Bijna alle opvoeders hebben van tijd tot tijd vragen over de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Op zo鈥檔 moment is internet vaak een belangrijke bron. Opvoeders kunnen online bijvoorbeeld het volgende advies lezen: "Voor het moederschap bestaat geen handleiding. Het helpt je om meer te weten over hoe anderen het moederschap ervaren en over de ontwikkeling van kinderen in algemene zin. Praat ook met je partner over de taakverdeling."
Hoewel dit advies inhoudelijk goed advies is, is dit advies beperkt tot 茅茅n opvoeder en tot 茅茅n groep opvoeders, namelijk moeders in tweeoudergezinnen. Dit kan er onbedoeld voor zorgen dat andere opvoeders (waaronder vaders, pleeg- en adoptieouders, bonusouders) . Daarnaast zullen niet alle opvoeders zich in het advies herkennen en zich erdoor gehoord voelen. Bijvoorbeeld omdat zij, , geen partner hebben.
Samen met onze nieuwe lichting studenten van de spiksplinternieuwe masterspecialisatie "Opvoedvraagstukken in een diverse samenleving" denken we na over hoe we als wetenschappelijk opgeleide pedagogische professionals ALLE opvoeders kunnen bereiken met opvoedadvies en 鈥搊ndersteuning. Taal is hierbij heel belangrijk. Daarom besteden we in onze master veel aandacht aan taal. Bovenstaand advies zou bijvoorbeeld inclusiever kunnen worden verwoord: 鈥淰oor opvoeding bestaat geen handleiding. Het helpt je om meer te weten over hoe anderen het opvoeden van kinderen ervaren en over de ontwikkeling van kinderen in algemene zin. Praat ook met je omgeving (bijv. partner, familie, buren) over de eventuele taakverdeling bij de opvoeding.鈥