De zorg verbruikt enorme hoeveelheden wegwerpproducten, grondstoffen en materialen. Dat draagt fors bij aan de toch al hoge milieu impact van de sector. Prof. dr. ir. Erik van Raaij onderzoekt hoe de inkoop in de gezondheidszorg duurzamer kan. “De impact op klimaat en milieu moet omlaag, maar wel met behoud van kwaliteit van zorg. Volgens mij kan dat en hoeft het niet eens duurder te zijn.”
Erik van Raaij is hoogleraar duurzame inkoop in de gezondheidszorg aan Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) en aan Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit Rotterdam. Begin dit jaar is hij ook benoemd tot Medical Delta hoogleraar met een aanstelling aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft.
Op woensdag 6 juni houdt Van Raaij zijn inaugurele rede bij Erasmus Universiteit Rotterdam getiteld ‘Purchasing tomorrow: Weaving planetary health into healthcare procurement’. Aanmelden voor deze oratie en het symposium dat daaraan voorafgaat kan hier.
Wat betekent deze benoeming voor jou?
"Voor mij persoonlijk betekent het veel. Ik ben opgeleid als ingenieur aan de Universiteit Twente, maar in mijn werk kon ik die achtergrond niet altijd inzetten. Nu, met deze benoeming aan de TU Delft, herleeft de ingenieur in mij. Ik ben van nature een procesdenker en ik zie dat als typisch ingenieursdenken.
Ontwerpgericht onderzoek speelde altijd al een belangrijke rol in mijn werk. Tijdens mijn tijd aan de TU Eindhoven leerde ik dat wetenschappelijk onderzoek niet alleen hypothesevormend of -toetsend hoeft te zijn, maar ook gericht kan zijn op het ontwerpen van oplossingen voor praktijkproblemen. Dat heeft me erg aangesproken en dat past ook goed bij de ontwerpgerichte benadering van de faculteit Industrieel Ontwerpen aan TU Delft.
Een derde reden: mijn leerstoel sluit inhoudelijk sterk aan bij het werk van mede Medical Delta hoogleraar Jan Carel (“JC”) Diehl, met wie ik al eerder goed contact had. We zijn allebei actief op het gebied van duurzaamheid, en nu worden we collega’s aan dezelfde faculteit. Grappig genoeg zijn we ook bijna buren in Rotterdam."
Wat betekent het voor je werk?
"Ik werk op het raakvlak van inkoopmanagement, duurzaamheid en de zorg. Als je daar oplossingen voor wilt ontwikkelen, kom je vaak uit bij het herontwerpen van producten of processen. Soms moet een ziekenhuis iets anders gaan doen, soms moet een leverancier zich aanpassen. Het zijn allemaal redesign vraagstukken. Dankzij deze rol krijg ik nu ook meer input vanuit Industrieel Ontwerpen en dat zorg ervoor dat ik in volle vaart kan doorgaan met wat ik al aan het doen was."
Kun je kort vertellen wat jouw expertise is?
“In de kern ligt mijn expertise bij inkoopmanagement, daar is het allemaal mee begonnen. In Twente, en daarna in Londen, doceerde ik marketing. Toen ik terug naar Nederland kwam ging ik aan TU Eindhoven werken en maakte ik de overstap naar inkoopmanagement. Die twee vakgebieden liggen dicht bij elkaar: van verkoop naar inkoop. In 2006 kwam ik naar Rotterdam School of Management, waar ik me vanaf 2010 specifiek ben gaan richten op inkoop in de zorg. Eind 2021 is daar duurzaamheid bijgekomen. Zo is er een driehoek ontstaan: inkoop, zorg en duurzaamheid. Inkoopmanagement is mijn specifieke expertise en dit is de eerste leerstoel op dat gebied binnen Medical Delta. Ik denk dat dat een goede toevoeging is.”
Het zorgstelsel staat steeds meer onder druk. Wat betekent dit volgens jou? Welke transitie moeten we ondergaan en hoe kan jouw onderzoek daaraan bijdragen?
“Dat de zorg onder druk staat, heeft verschillende oorzaken. Wat we nodig hebben, is een duurzame transitie - al betekent duurzaamheid voor verschillende mensen verschillende dingen. Voor de één gaat het om personele duurzaamheid: met minder handen aan het bed toch dezelfde zorg blijven leveren. Voor de ander is het financiële duurzaamheid: zorgen dat de kosten van de zorg houdbaar blijven. Op dit moment gaat 25 procent van de Nederlandse rijksbegroting naar de zorg en dat moet denk ik niet meer worden.
Ik heb het vooral over een derde vorm van duurzaamheid: milieu, de groene kant. Daar is in de zorg relatief weinig aandacht voor, terwijl de sector juist enorm veel grondstoffen verbruikt. Die impact op klimaat en milieu moet omlaag, maar wel met behoud van kwaliteit van zorg. Volgens mij kan dat en hoeft het niet eens duurder te zijn.
Er zijn veel redenen om dit serieus te nemen. Geopolitiek speelt een rol. We zijn afhankelijk van landen als China, die hun beleid als producent kunnen aanpassen. Grondstoffen raken op. Het huidige systeem van eenmalig gebruik en dan weggooien is simpelweg niet houdbaar.
Wat we nodig hebben, is een duurzame én circulaire transitie. Veel medische producten zijn nu niet ontworpen om schoongemaakt en hergebruikt te worden. Ze zijn expliciet bedoeld voor eenmalig gebruik en gaan na verbruik de verbrandingsoven in. Geen infectierisico, maar wel een enorme belasting voor het milieu. We gebruiken de grondstoffen op en stoten bij verbranding ook nog extra emissies uit.
De vraag is: hoe veranderen we die hele waardeketen? Vanaf het allereerste moment, bij de ontwikkeling van producten, zullen we moeten inzetten op andere ontwerpen. Dat betekent ook dat er op inkoopgebied iets moet gebeuren. We moeten andere vragen aan de markt stellen, leveranciers beïnvloeden, en wellicht anders gaan betalen. Misschien betalen we straks niet meer voor het product, maar alleen voor het gebruik ervan. Zodat de leverancier een prikkel krijgt om iets veel duurzamers te ontwikkelen.
Dat vraagt om een ander businessmodel. Geen winst meer door zoveel mogelijk producten te verkopen, maar doordat die producten langdurig en intensief gebruikt worden. Hoe ziet zo’n systeem eruit? Hoe krijg je de juiste prikkels op de juiste plek? Dáár gaat mijn onderzoek over.”
Medical Delta slaat bruggen tussen wetenschappelijke disciplines, maar ook tussen wetenschap en praktijk. Waarom is dat belangrijk?
“Binnen de faculteit ESHPM ben ik samen met mijn collega Chiara Cadeddu theme lead voor het ontwikkelen van het thema ‘planetary health’. Het gaat over de planeet, het milieu, en de gezondheid van alle leven op de planeet. Die balans tussen wat wij doen en wat dat betekent voor de gezondheid van de planeet is per definitie transdisciplinair. Het raakt aan geneeskunde, gedragswetenschappen, milieukunde, productontwikkeling, supply chains. Het heeft allemaal met elkaar te maken.
Een goed voorbeeld vond ik een , waarin iemand had uitgezocht hoe de productieketen daarvan in elkaar zit. Veel medicijnen worden gemaakt in China en India, waar ook veel van de grondstoffen vandaan komen. In dit voorbeeld werden halffabrikaten vanuit Azië naar Duitsland vervoerd voor kwaliteitscontrole, om vervolgens weer terug te gaan naar China of India voor een volgende stap in de productieketen, zoals verpakking. Daarna ging het medicijn opnieuw de wereld over richting de uiteindelijke gebruiker. Zo’n medicijn heeft dus al vele kilometers afgelegd voordat het bij ons in de apotheek ligt.
Dat laat zien dat je voor dit soort vraagstukken allerlei disciplines nodig hebt. Het gaat niet alleen over geneesmiddelenontwikkeling, maar ook over productie, logistiek, en alles daartussenin. Als we hier echt iets in willen veranderen, hebben we samenwerking tussen heel veel disciplines nodig.”
Wat merkt een patiënt of zorgprofessional straks van jouw werk? Hoe ziet de praktijk er over 5 of 10 jaar uit?
“Ziekenhuizen zien er straks anders uit. De materialenlogistiek is dan totaal veranderd. Nu hebben we efficiënte voorraadbeheersystemen met kleine voorraden die just-in-time worden aangevuld. In de toekomst zie ik een ziekenhuis met een grote afdeling voor schoonmaak en sterilisatie en een geavanceerd systeem voor het beheren van materialen. Alles wordt gescand, we houden precies bij hoe vaak een product is gebruikt en waar het zich bevindt. Een material smart ziekenhuis, waarin je altijd weet wat waar ligt en wat de kwaliteitsstatus is.
Eén van de meest interessante afstudeerscripties die ik de laatste tijd heb mogen begeleiden ging precies hierover. Een student heeft in kaart gebracht hoe een ziekenhuis eruit zou zien als je werkt met veel meer herbruikbare producten. Wat vooral opviel is dat je veel meer vierkante meters nodig hebt om dit goed te kunnen doen. Dat kan eigenlijk alleen als je een nieuw ziekenhuis bouwt, of bij een grote renovatie. Zo’n onderzoek laat zien hoe concreet die praktijk in ons onderzoek is verweven.”
Ook leveranciers moeten meegaan in die verandering. Het voortdurend opstuwen van het aantal verkochte producten mag niet meer leidend zijn. Er moet gestuurd worden op omzet, maar dan op een andere manier. Niet langer door zoveel mogelijk producten naar ziekenhuizen te verschepen.
De patiënt hoeft in principe weinig tot niets van die veranderingen te merken. We willen sowieso niet dat het infectierisico toeneemt of dat de kwaliteit van zorg achteruitgaat. De grootste veranderingen spelen zich achter de schermen af. Maar steeds meer patiënten worden zich wél bewust van hoe vervuilend de zorg eigenlijk is. Voor die groep kunnen veranderingen zichtbaar gemaakt worden als ze dat willen.
Neem bijvoorbeeld bepaalde typen inhalers voor astma: sommige hebben een veel grotere milieu-impact dan andere. Er zijn dokters die zeggen: ik beslis als arts dat ik mijn patiënt overzet op het duurzame alternatief, omdat ik weet dat de kwaliteit gelijk is. Je kunt zo’n overstap ook eerst bespreken, om bewustwording te vergroten. . Dat is veel duurzamer dan via een infuus. Ook dat kun je uitleggen aan een patiënt. Daarmee maken we samen de zorg duurzamer zonder in te leveren op kwaliteit.”
Met de nieuwe programmering stelt Medical Delta de behoefte vanuit de praktijk meer centraal. Hoe betrek je de behoefte van de gezondheidspraktijk in jouw onderzoek?
“Dat past perfect bij ontwerpgericht onderzoek. Je ontwerpt een oplossing voor een praktijkprobleem, maar doet dat wel op een wetenschappelijk onderbouwde manier. Theory-informed, gestoeld op eerder onderzoek. De praktijk zit er dus eigenlijk vanaf het begin al in.
Het ESCH-R project, waar ik in participeer, doen we met een consortium waarin ook industriepartners zitten. Zij willen begrijpen wat hun rol is: als leverancier van medische technologie of als grondstoffenleverancier. In al het belangrijke onderzoek dat ik doe, zit de praktijk aan tafel. Vaak zijn dat leveranciers.
Ook de gebruikers, zorgverleners, zijn zeer nauw betrokken. Nicole Hunfeld, van Erasmus MC, is principal investigator van het ESCH-R project en zorgprofessional. Patiënten zijn op dit moment geen grote stakeholder, maar de zorgverleners zijn dat des te meer. Zij zijn degenen die straks ook de afvalstromen anders moeten gaan verwerken. Dat heeft enorme impact op hun werk. Daarnaast zijn natuurlijk ook inkoopprofessionals betrokken bij mijn onderzoek.
Grote en complexe vraagstukken zoals de zorgtransitie vragen om grote en veelomvattende oplossingen. Welke rol speelt samenwerking tussen wo-hbo-mbo hierin?
“Binnen het onderzoeksproject ESCH-R betrekken we bijvoorbeeld hbo-verpleegkunde. Want veel hangt af van wat er op de werkvloer gebeurt: welke keuzes worden daar gemaakt, wat is de impact, en zijn verpleegkundigen bereid om die nieuwe keuzes te ondersteunen?
Met het mbo werken we op dit moment nog niet direct samen, maar ik kan me goed voorstellen dat dat in de toekomst belangrijk wordt. Zeker als het gaat om materiaalgebruik en productieprocessen. Uiteindelijk draait het allemaal om de vraag: hoe ontwerpen we producten, hoe zetten we ze in elkaar, en wie gaat dat proces straks uitvoeren?”
Welke andere wetenschappers of praktijkpartners zijn belangrijk geweest voor je werk en waarom?
“Emeritus hoogleraar Arjan van Weele van TU Eindhoven heeft ervoor gezorgd dat ik de switch maakte van marketing naar inkoopmanagement. Dat is echt de kern van wat ik nu meebreng naar Medical Delta. Ik was eigenlijk op zoek naar een baan in marketing, maar hij zei: ‘Kom gewoon eens praten over inkoopmanagement’.
Het ontmoeten van JC Diehl en Nicole Hunfeld was ook een belangrijk moment. Wij noemen onszelf ook wel eens de ‘drie musketiers van duurzame zorg’. Ik zocht in 2021 een gastspreker voor een vak dat ik gaf over inkoopmanagement in de zorg, maar ik wilde ook een college over duurzaamheid. Nicole kwam toen als spreker en nodigde mij daarna vrij snel uit om samen met haar en JC te praten over het schrijven van een onderzoeksvoorstel.
Ik heb ook een collega hier bij ESHPM, Maike Tietschert, die mij stimuleert om veel kritischer te kijken naar duurzaamheid, maar ook naar onderwerpen als diversiteit en inclusiviteit. Haar expertise ligt in transities, en vooral in hoe je transities in de zorg coördineert. Zij wijst me er vaak op dat ik bewust moet zijn van taalgebruik: is het wel inclusief? Zet ik niet alleen mannen in mijn panel? Ze is echt een belangrijke stimulator in mijn denken over ‘sustainable inclusion’.”
Wat heb je van anderen nodig, wat mis je nog in je samenwerking om je doelen te kunnen bereiken? Welke oproep wil je doen?
“Wat ik nodig heb, is dat alle partners in het ecosysteem het aandurven om radicaal anders na te denken over hun rol. Stel je voor: je bent altijd bezig geweest om zoveel mogelijk producten te verkopen. Lukt het je dan om, al is het maar als gedachteoefening, je voor te stellen dat je succes voortaan niet afhangt van verkoopvolume, maar van zo min mogelijk gebruik van virgin, non-renewable materials?
Wat als we als prestatie-indicator nemen: alleen nog maar renewable grondstoffen gebruiken, en producten die we daarmee maken ook nog zoveel mogelijk hergebruiken? Durf je dat aan? Durf je het lineaire systeem los te laten? Ik kan me voorstellen dat dat heel spannend is. Zeker als je hier in Nederland werkt voor een Amerikaans moederbedrijf, waar alles draait om de verkoopcijfers per kwartaal. Dan zit je in een spagaat, en die moet je durven overbruggen.
Durf met ons mee te denken over hoe dat circulaire systeem eruit kan zien. Dat is mijn oproep.”

- Gerelateerde content